woensdag 3 november 2010

Tinker Tailor, Soldier, Spy

John leCarré is de auteur van een aantal "spionage" romans. Voor volwassenen, wel: geen James Bond, geen bizarre gadgets, geen blitze meiden. Dit zijn mensen die zoals jij en ik hun werk doen. Zijn belangrijkste held, George Smiley, is "a fat spy" van middelbare leeftijd, een klein dik mannetje met een bezorgde blik in zijn ogen, een onopvallend lid van de "Mcintosh Brigade"; dat leger ouderwordende mannen dat met een boekentas in de hand de straten van tewerkgesteld London bevolkt.

Net zoals "jij en ik" werken voor, bijvoorbeeld, een bank en dus proberen van buitenstaanders geld te bekomen en/of aan buitenstaanders geld te lenen (en alles wat daarbij komt kijken), zo staan de "spionnen" op de loonlijst van een overheidsinstelling, en ze proberen informatie te bekomen die ze vervolgens verwerken en leveren aan die overheid, die ze zal inzetten voor militaire, of politieke, of industriële doeleinden.

Dus ze werken in stoffige gebouwen, met duistere gangen en aftandse koffiemachines, en in die tijden van koude oorlog gebeurt dat tussen ratelende typmachines en antiek overkomende telefoons. Ze willen promotie en ze vragen zich af waarom uitgerekend zij, met al hun schitterende eigenschappen, op zulk een middelmatig postje zitten. Kortom, het is allemaal zeer herkenbaar, tot het punt waar je de analogie heel ver kan trekken. Zoiets als "onder de kantoordirecteur werkt de beleggingsadviseur die klanten benadert om hun geld in ontvangst te nemen". Zo ook werkt "onder het hoofd van London Station de 'case officer' die buitenstaanders (zou "agenten" daar de goede naam voor zijn?) probeert te recruteren, opdat die hen informatie zouden aanleveren.

Dat laatste kan nu wel veel "romantischer" zijn dan Het Beleggingsgesprek, en dus vang je als lezer wel degelijk af en toe een glimp op van een wereldje waarin je in Moskou rondwandelt met je krant onder je linkerarm: want als het onder de rechterarm was, dan zou dat betekend hebben dat je in restaurant zus en zo op dit en dat uur activiteit X of Y zou presteren. Iets dergelijks, en als het misgaat hangt iemand je op aan je tenen tot je alles bekent en je de kogel krijgt. Toch nog dramatischer, dus, dan de klant die zijn krediet niet kan terugbetalen.

Veeleer dan spannende verhalen vind je bij LeCarré spannende plots. Als je het boek nog wil lezen en helemaal niets wil weten is dit het moment om weg te klikken, maar ik beloof dat ik niet zal verraden wie de mol is. De plot is echter duivels ingewikkeld om de volgende redenen.

Net zoals de Britten proberen "agenten" te plaatsen in belangrijke informatiebronnen zoals het leger, of de industrie van de vijand, zo proberen de Russen dat bij de Britten te doen. In dat geval zit er een "mol", die op zijn beurt wordt "behandeld" door een "case officer" die aan de oppervlakte typisch een gerespecteerd werknemer van de Russissche ambasade zal zijn. En omdat de Britten dat natuurlijk ook allemaal weten spioneren ze niet alleen zelf in het buitenland, maar ook bij zichzelf, op zoek naar de symptomen van iemand die informatie doorspeelt, en iemand die zich gedraagt alsof hij een case officer voor Moskou is.

Maar in dit geval is de mol één van vier zeer hooggeplaatste officieren van de Britse inlichtingendienst zelf, en dus weet die ook heel precies hoe hij ook die eerste laag van geheimdoenerij moet verbergen onder een tweede laag. Hij creëert een authentiek lijkende, maar in werkelijkheid waardeloze bron van informatie die hij zogezegd van achter het ijzeren gordijn binnenkrijgt. (In feite is me niet helemaal duidelijk hoe je dat doet zonder dat het heel snel opvalt, maar ik wil het best wel geloven; het lijkt er immers op dat het vaak genoeg ook echt gebeurd is.) De bron is zo gestructureerd dat de stroom via een gerespecteerd lid van de Russische ambassade binnenloopt of dat gebeurlijke vragen via hem vertrekken, en...

Iedere Britse collega die vermoedt dat dat gerespecteerd lid in feite een agentenrunner is krijgt het deksel op de neus. Want het management vindt het heel natuurlijk dat die ambassademan verdachte activiteiten ontwikkelt: hij is immers een schakel in een informatiestroom waarvan ze geloven dat die in hun richting vloeit!

Om dat nog een graadje dieper in te graven maakt hij nog gebruik van een aspect van de typische "politieke" rivaliteiten die zich in de spionnenwereld even goed voordoen als in de academische of bedrijfswereld, waar waarover ik niet veel kan vertellen omdat ik daarmee de mol zou verklappen. De rivaliteiten en loyauteitskwesties spelen zich af tussen iedereen en al de anderen, maar als ik zeg welke precies is uitgebuit zeg ik teveel... Alleen, ik hoop dat je al een beetje ziet hoe ingewikkeld het allemaal is als je, vanuit het perspectief van George Smiley, de held die zich al zo lang afvraagt waarom hij nogal geïsoleerd was komen te staan, het hele zaakje in de omgekeerde richting moet volgen.

Zoals dat vaak gaat met onderwerpen die de aandacht kunnen vasthouden vind je op de kleinere schalen terug wat op de grote schaal de bestaansreden van het concept is. Dus als Smiley om heel dat spoor te ontrollen een dossier nodig heeft dat zich in de archieven van de inlichtingendienst bevindt, zonder dat de zeer hooggeplaatste mol dat merkt en lont ruikt, dan zie je zijn medewerker Peter Guillam die tegelijk een zeer banaal lijkend bezoek brengt aan de bibliotheek van de dienst waar hij wekelijks ongeveer precies hetzelfde ritueel van opzoeken en bestuderen uitvoert, maar, tegelijk dus, deze keer achter die rituelen in feite de informatie ontvreemdt zonder dat iemand iets abnormaals opmerkt. Wat niet belet dat die scène best wel een heel spannend gebeuren is - of wat had je nu gedacht.

En zo zijn er natuurlijk nog wel een paar, en op het einde heb je een hele reeks van die "spannende verhalen" waarachter zich in werkelijkheid het geleidelijk oprollen van dat duivels complot van de Russische mol voltrekt. Met op het einde het moment waarop Smiley, onze kleine bijziende dikkerd, de mol in de val lokt en op heterdaad betrapt - en zich de hele tijd een tikje belachelijk voelt omdat hij nu eenmaal een kleine dikkerd is die er met de combinatie kousenvoeten en getrokken revolver een tikje... uimmm... vreemd uitziet.

Ik kan niet zeggen dat het zeer gemakkelijk geschreven is, en je moet verdomd goed wakker zijn (of mensen zoals ik moeten het minstens drie keer lezen, maar ik blijf er plezier in hebben) om ook de belangrijke details op hun zwerftocht doorheen dat complexe verhaal te volgen, maar als je concentratievermogen het aankan denk ik dat je er veel plezier aan kan hebben, zelfs als je normaal nooit "spionnenromans" leest. Een fraaie vier op mijn schaal van "kwotering" (1).

----------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/kwotering.html

Geen opmerkingen: