maandag 12 januari 2009

IJslandse Kroon (“Waar is het geld naartoe?”)

Een vriend van me die zelf niet erg beleggerig is, maar me hoorde jeremiëren over mensen die aan de crisis geld hebben verloren (bijvoorbeeld: ikzelf) vroeg bedachtzaam: “maar zo’n landen als IJsland, komt dat op termijn niet terug goed?”. En dat is absoluut geen onredelijke vraag, integendeel. Maar het blijft alleen maar een vraag - iets heel anders dan een bevestiging.


Even wat achtergrondinformatie. Vraag je eerst af hoe het komt dat een vreemde munt, zeg de Japanse Yen, een zekere waarde heeft en die met voldoende grote waarschijnlijkheid behoudt om er in te sparen en beleggen en investeren, enzovoort. De eerste reden waarom iets waarde heeft is dat iemand er iets voor wil geven. Mensen zijn dan bereid je hun kostbare euro’s te geven tegen Yen omdat iemand anders ook weer bereid is hèn kostbare euro’s te geven voor die Yen... enzovoort... tot je op het punt komt waar je beseft een diepere verklaring nodig te hebben.


De diepere verklaring is dat jij, of de volgende koper, of de uiteindelijke koper, naar Japan kan gaan, en daar met die Yen dingen kan kopen: onroerend goed, of consumentenelectronica; om het even wat. Dat is de reden waarom je verwacht dat, wanneer een bepaalde economie het minder goed doet, de waarde van die munt daalt – abstractie makend van van het feit dat heel andere factoren heel andere gevolgen kunnen meebrengen.


Met dat in het achterhoofd vragen we ons af of het met economieën als IJsland, en dus beleggingen in IJslandse Kroon, “ooit nog goed komt”. En het enige juiste antwoord, van om het even wie, van ikzelf, tot de taxi chauffeur of Geert Noels (1), is: “ik weet het niet” (2).


Maar we kunnen wel een opinie hebben. En we kunnen daar redenen bij geven, zelfs als we goed voor ogen houden dat het uiteindelijke antwoord alleen maar kan zijn: “ik weet het niet”.


Een tijdje geleden vroeg ik iemand bij dit onderwerp hoeveel inwoners een “land” als IJsland wel zou hebben. Aangezien hij wist dat het een klein land was schatte hij iets van “een kleine twee miljoen” inwoners. Maar de waarheid is: IJsland is een land met niet meer dan 300,000 inwoners; amper een kleine stad. En een eerste benadering van de waarde van de IJslandse kroon is: “datgene wat je voor jouw fractie van alle IJslandse Kronen in omloop zou kunnen kopen in IJsland”. Als iemand bijvoorbeeld één percent van alle IJslandse Kronen bezat, dan zou je kunnen schatten (a) wat de totale opbrengst is van de IJslandse economie, (b) van die totale waarde zou je één percent kunnen nemen, je zou (c) kunnen uitrekenen hoeveel euro je zou willen betalen voor dat ene percent, en... je zou een antwoord hebben! Je zou immers weten hoeveel euro je zou willen betalen, je zou ook weten hoeveel IJslandse Kroon je hebt, dus je deelt die hoeveelheid IJslandse kronen door de hoeveelheid euro die je ervoor wil betalen, en je krijgt hoeveel IJslandse kronen er in één euro gaan. Simpel maar eenvoudig.


Kort voor de crisis was het antwoord op die vraag hoeveel kronen er in één euro gingen het ronde getal 100. Dus: mensen waren bereid jou één kortbare euro te geven in ruil voor 100 IJslandse Kroon, of ze waren bereid jou duizend kostbare euro’s te geven tegen 100,000 IJslandse kronen, enzovoort. Ze waren daartoe bereid omdat ze inschatten dat ze met die 100 IJslandse Kroon in IJsland ongeveer evenveel zouden kunnen kopen als met één euro in Europa.


Nu was dat op zijn beurt in nogal ruime mate gebaseerd op de financiële sector van IJsland. De “markt” dacht niet zozeer dat ze in IJsland consumentenelectronica konden kopen, als wel aandelen in de financiële sector van dat land, of misschien obligaties van de staat, waarna de inkomsten van die banken, respectievelijk de belastingen die al die IJslandse werknemers op hun inkomen betalen zouden zorgen voor het nodige rendement op hun belegging.


Alleen zijn die IJslandse banken intussen overkop gegaan. Geen bankwinsten meer om de beleggers uit te betalen, geen salarissen meer om belastingen op te heffen en rente op obligaties te betalen... Tja, als iemand in die omstandigheden aan jou (pakweg) een miljoen IJslandse Kroon zou aanbieden, zou jij er dan nog 10,000 van je eigen kostbare euro’s voor geven?


Vandaag, zo heb ik het ooit eens in een boutade samengevat, is het totaal van alles wat je op IJsland kan kopen gelijk aan de totale hoeveelheid schapen die er rondlopen, plus de verwachte hoeveelheid wol die ze zullen produceren. En toen iemand daarop opmerkte dat ik de lokale kabeljauw was vergeten had hij overschot van gelijk, maar hij bevestigde alleen maar mijn punt. De totale waarde van alle IJslandse schapen, verwachte wol, kabeljauw en alles wat ik nog vergeten ben, uitgedrukt in een tegenwaarde in euro, is een heel pak lager nu er géén bankinkomsten meer achterliggen, dan toen die bankinkomsten wèl nog bij al de rest konden bijgeteld worden.


En al die mensen die zich afvragen “waar hun geld naartoe is”; wat er gebeurd is met de euro’s die ze hebben geïnvesteerd in de hoop op IJslandse opbrengsten, zullen in mijn opinie even teleurgesteld worden als mensen die te veel geld betaald hebben voor om het even wat, waarvan ze achteraf ontdekken dat het minder waard (geworden) is dan wat ze ervoor hebben betaald.


Natuurlijk kan ik het mis hebben. Maar ik zou werkelijk niet zo direct weten wat er op korte of zelfs vrij lange termijn in de plaats zou kunnen komen voor de banken die tot vorig jaar het grootste deel van de waarde van de IJslandse economie uitmaakten.


------------------------------------------

(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2009/01/geert-noels-heeft-een-blog.html

(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/11/financile-voorspellingen.html

3 opmerkingen:

Hugo M zei

Wat je dus in feite zegt is dat de IJslandse kroon voor een groot deel uit fiat money bestond, en niet uit kabeljauw.

Stefan zei

Zeer heldere tekst, goede analyse, interessante opinie. Al vind ik dat ze niet goed beargumenteerd is, waarschijnlijk omdat je niet voldoende kennis hebt over het land? Het is goed de zaken simpel voor te stellen, zodat eenieder kan begrijpen wat er eigenlijk gebeurt in Ijsland. Maar door zo sterk te vereenvoudigen, kom je tot een al te simplistische en volgens mij foute conclusie. Het potentieel voor heropleving van de economie is immers groter dan schapen, wol en vis. Ijsland heeft een hooggeschoolde bevolking, een sterke dienstensector, een waanzinnig snel groeiend toerisme en een plenum aan groene energie, waarvan op dit ogenblik nog geen fractie ontgonnen is (wie, denk je, zal de waterstof voor onze auto's binnen X aantal jaren produceren en leveren?). Dat er een zeepbel was, is correct. Dat die ontploft is en dat er velen daardoor geld hebben verloren, klopt ook. Maar de prognose voor heropleving die jij schetst, daarmee ben ik het niet eens. Zo gauw er monetaire stabiliteit is in Ijsland (en dat is natuurlijk de vervelende combo: instortende markten en een kwetsbare munt) kan je mooie winsten realiseren zo gauw de economie weer aantrekt.

Koen Robeys zei

Stefan: het is natuurlijk waar dat je het hele plaatje moet in rekening brengen - inclusief dat ik daarvoor IJsland niet genoeg ken.

Maar mijn voorstelling laat toe de vraag nauwkeuriger uit te drukken. Bijvoorbeeld, intussen is IJsland kandidaat lid van de Unie, en ik denk wel dat de invoering van de euro zeer binnenkort op de agenda zal staan. Dus: de IJslanders leveren al hun kronen in, en ze krijgen er een bepaalde hoeveelheid euro's voor in de plaats...

En de vraag is hoeveel.

Europa zal aan IJsland ongeveer dat aantal euro's willen geven waarvan ze denken dat ze ze ongeveer evengoed kunnen houden en er zelf dingen mee kopen. En inderdaad moet Europa daarbij rekening houden met veel meer dan wol, en dus ook de waarde van het toerisme en de groene energie (maar min de kosten voor de investeringen die er blijkbaar nog moeten gebeuren)...

Enzovoort.

Met de heel natte vinger blijf ik vrezen (in naam van de beleggers) dat ze geen 100 kronen per euro zullen zien; dat ze hun euro's aan meer kronen zullen moeten terugkopen dan ze er destijds voor gekregen hebben.

Maar ik kan het helemaal mis hebben. Ik ken er het land niet goed genoeg voor.