vrijdag 24 maart 2006

Kwotering

Op Amazon kan je producten zoals boeken of DVD’s een kwotering geven. Het systeem maakt dan een gemiddelde op van alle deelnemers, en ziedaar een globale score. En hoewel dat systeem intuitief vederlicht lijkt, en open voor misbruik (en meer van dat soort dingen), vind ik dat het vrij goed werkt. Tegenwoordig ga ik, als ik me een opinie wil vormen alvorens tot één of andere aankoop over te gaan, het vaakst naar de commentaren van andere lezers of kijkers op Amazon kijken, eerder dan andere internetsources of, Godbeware, boekenrubrieken van kranten en consoorten.

Natuurlijk zou ik mezelf niet zijn, als ik niet ook vond dat ik het nog een stuk kan verbeteren. In het bijzonder vind ik dat de kwoteringen duidelijker gedefiniëerd moeten zijn. Immers, het minimum is één ster, en het maximum is vijf. Maar daar kan je één en ander uit afleiden.

Om te beginnen: het gemiddelde is drie. Volgens mij leest iedereen die vandaag kwoteringen geeft, of nacheckt, drie als een eerder zwak cijfer. Maar denk even na. Dit is een boek (want dat neem ik nu maar even als voorbeeld) waar je tijd, en waarschijnlijk geld zal in investeren. Ook is het boek de harde selectie doorgekomen, dat het verschil is tussen een oceaan aan geproduceerde teksten, en de werkelijk gepubliceerde boeken. Dus een drie voor een werk dat al deze selecties doorkomt is een bevestiging dat het de moeite waard is van je tijd, je geld en dat je vindt dat het selectieproces zijn werk goed gedaan heeft. The Great Divergence van Pomeranz: zeer interessant, maar volgens mij fout. Zeer diepgravend, maar misschien wat ontoegankelijk voor de “geïnteresseerde lezer”.

Kortom, een driester is een behoorlijk goed boek. Je geeft met een driester aan dat wie zich voor het onderwerp interesseert er goed aan doet het te lezen. Of in nog andere woorden, veel meer boeken zouden volgens mij drie sterren moeten krijgen, en dat zou dan een goede kwotering zijn: het publiek is het eens met de selectieprocedure.

Maar in dat geval is een vierster duidelijk beter dan “een behoorlijk goed boek”. Kortom, het is een razend interessant werk, uitdagend, provocerend, het vertelt je een hoop nieuwe dingen, het zet je aan het denken, het verandert je perspectief op de wereld. Als je een boek vier sterren geeft, dan geef je het een enthousiaste aanbeveling, en je denkt dat wie zich voor het onderwerp interesseert eigenlijk niet buiten het boek kan. Frans De Waal. Fernand Braudel. David Landes.

En dan is een boek van vijf sterren het zeldzaam meesterwerk, zonder meer briljant, het soort werken dat je zou moeten lezen, zelfs totaal los van de vraag of het onderwerp je eigenlijk wel interesseert. Misschien door de stijl, misschien door de inhoud, misschien door de briljante ideeën, de impact, het sociaal belang, het doet er niet toe, maar je noemt het een parel tussen de selecte lijst van boeken die zelfs al vier sterren haalden. Ik zou twijfelen of ik boeken wel een vijfster zou geven; misschien Guns, Germs and Steel van Jared Diamond, en mogelijk nog wel een paar andere (Chimpanzee Politics van Frans De Waal?), maar toch... het moet wat exclusief blijven.

En in de andere richting kan je hetzelfde doen. Twee sterren is wat je geeft aan een boek dat eigenlijk zijn geld en tijd niet waard is. Het boek doet niet wat het belooft, of suggereert. Het kan best nog nuttige informatie bevatten – twee sterren is nog altijd beter dan één – en het is misschien nog altijd grappig of wat dan ook, maar je vertelt de wereld dat, in jouw eerlijke mening, de wereld geïnteresseerd kan zijn in het onderwerp, maar toch perfect zonder dat boek kan. The Moral Animal van Robert Wright: Goed gevonden als thema, originele aanpak, maar alles bij elkaar licht, een tikje oppervlakkig, soms zelfs wat kinderachtig – maar toch nog steeds iets waar je aan kan hebben, zeg, met een tikje geluk, of zo.

En dus is één ster de kwotering die je geeft aan een boek waarvan je je afvraagt hoe het ooit door het selectieproces is kunnen komen. Het boek dat je teleurstelt, niet (noodzakelijk) omdat je het er niet mee eens bent, wellicht eerder nog omdat je het er juist wel mee eens bent, en je teleurgesteld bent dat een goede zaak op zulk een slechte manier wordt verdedigd. The End of History van Fukuyama. Het Neoliberalisme van Jaap Kruithof – dat laatste een pathetisch voorbeeld van onwetendheid zonder het geringste spoor van het Socratisch besef dàt je onwetend bent.

Het heeft, vanzelfsprekend, allemaal heel weinig belang. Zoals ik al zei, nu al vind ik dat het systeem mij meer inzicht geeft in wat ik wil weten, dan een waaier aan andere mogelijke systemen. Het is gewoon dat ik nu eenmaal alles beter wil weten.

Geen opmerkingen: